Politiek
animaatjes-jommeke-32936.jpg

De belangrijkste partijen

De Burundese politiek kent 21 geregistreerde partijen.
De belangrijkste nationale partijen zijn:

De CNDD-FDD: Conseil national pour la défense de la démocratie-Forces pour la défense de la démocratie (Nationale Raad voor de Verdediging van de Democratie-Strijdkrachten voor de verdediging van de democratie), deze bestaat vooral uit Hutu’s. De belangrijkste man hier is Pierre Nkurunziza (hedendaags president).

FRODEBU: Front pour la démocratie au Burundi (Front voor Democratisch Burundi), van Hutu afkomst. De belangrijkste personen hier binnen deze partij zijn de vermoorde Melchior Ndadaye (president van juli-oktober 1993) en Domitien Ndayizeye (president van 2003 – 2005).

UPRONA: Union pour le Progrès National (Unie voor de Nationale Vooruitgang), van Tutsi origine. De belangrijkste persoon hier binnen de partij is Pierre Buyoya (president van 1987-1993 en 1996-2003)

MRC-Rurenzangemero: Mouvement giet La Réhabilitation du Citoyen-Rurenzangemero (Beweging voor de Rehabilitatie van burger-Rurenzangemero). Hoofdzakelijk bestaande uit Tutsi’s. De belangrijkste persoon is hier Bayaganakandi.

PARENA: Parti giet le nationale redressement (Partij voor Nationale Terugwinning). Hoofdzakelijk bestaande uit Tutsi’s. De belangrijkste persoon is hier Jean-Baptiste Bagaza.

Politieke geschiedenis

Van onafhankelijkheid tot eerste Hutu-president

Pierre%20Buyoya.bmp

In januari 1962 werd Burundi onafhankelijk. Daarvoor was het een Belgisch mandaatgebied (zie begrippenlijst). Vanaf de onafhankelijkheid tot aan 1993 kende Burundi drie republieken, die elk op een “niet-grondwettelijke” wijze beëindigd werden. Na de onafhankelijkheid in 1962 won de ’Union pour le progrès national’ (Uprona) de verkiezingen, hierbij kwam Michel Micombero aan de macht.
In 1976 greep Jean-Baptiste Bagaza de macht.
Jean-Baptiste Bagaza werd dan zelf in 1987 afgezet door Majoor Pierre Buyoya (foto). Een pittig maar leuk detail hierbij is dat zowel Micombero, Bagaza en Buyoya afkomstig zijn van de zelfde heuvel.
Buyoya begon aan een proces van politieke hervormingen die in 1992 leidden tot een nieuwe grondwet. Het zorgde voor de introductie van een meerpartijendemocratieen algemene verkiezingen. In de daarop volgende verkiezingen van juni 1993 werd Melchior Ndadaye (Frodebu), die overigens Hutu was, tot president verkozen. Dit is een mijlpaal in de Burundese geschiedenis, voor het eerst in de geschiedenis van Burundi werd een Hutu tot president verkozen. Buyoya aanvaardde de uitslag van de verkiezingen en trok zich terug. Internationaal bestond de hoop dat Burundi het symbool kon worden voor een vreedzame democratie in Afrika.

De start van een burgeroorlog

burgeroorlog.jpg

Deze hoop vervloog plots toen Ndadaye in oktober 1993 werd vermoord, wat leidde tot grootschalige burgeroorlog tussen de Hutu en Tutsi bevolkingsgroepen. Tienduizenden stierven en honderdduizenden vluchtten. Na de moord werd Burundi bestuurd door enkele zwakkere en (nog) minder correcte regeringen. In 1996 grijpt Majoor Buyoyaopnieuw de macht. Dit tegen de zin van de buurlanden die sancties afkondigden tegen Burundi. Deze bleven tot januari 1999 van kracht.
Na tweeënhalf jaar onderhandelen onder leiding van de voormalige Tanzaniaanse President Nyerere, en door oud-president van Zuid-Afrikda Mandela, werd in augustus 2000 het Arusha vredesakkoord getekend door de Burundese regering en de 17 gewapende groeperingen. Het Arusha vredesakkoord is een Associatie-overeenkomst tussen de EEG (De Europese Economische Gemeenschap) en de oostafrikaanse landen die ervoor moest zorgen dat het geweld en de vele moorden op burgers in Burundi en de straffeloosheid waarmee gewapenden hun gang kunnen gaan stopgezet worden. Het gewapend verzet van de ‘Forces pour la Défense de la Démocratie’ (FDD) en de’ Palipehutu-Forces Nationales pour la Libération’ (Palipehutu-FNL) namen niet deel aan deze onderhandelingen.

Pierre Nkurunziza als president

nkurunziza.jpg

Op 1 november 2001 trad onder president Buyoya een overgangsregering aan, samengesteld uit bijna alle politieke partijen. Op 1 april 2003 werd Buyoya opgevolgd door de Hutu Domitien Ndayizeye (Frodebu). Op 16 november 2003 sloot ook de CNDD-FDD (grote Hutu rebellengroep) zich bij de overgangsregering aan.
Op 3 juni 2005 vonden opnieuw weer stemmingen plaats. Het Burundese volk koos de gemeenteraden en op 4 juli het Parlement. Op 29 juli hebben de lokale en provinciale raadsleden de leden van de Senaat gekozen. Het Parlement verkoos vervolgens op 19 augustus Pierre Nkurunziza (foto) tot President van Burundi. In september 2006 Slaagde de regering er in om de FLN (de “laatste” officiële rebellengroep) zo goed als volledig te ontwapenen.
Toch volgen er nog vele opstootjes door rebellen. In april 2009 wordt Godefroid Niyombare benoemd als legerleider. Opnieuw een mijlpaal in de geschiedenis van Burundi. Hij was namelijk de eerste Hutu die deze functie uitoefende. Voor Niyombare was het altijd een Tutsi die legerleider was, dit was voornamelijk de schuld van België. Door het Belgische mandaat kwam het leger (naast vele andere kaders) volledig in handen van de Tutsi’s. Belgie heeft dus ook een groot aandeel in de verschrikkelijke genocides en burgeroorlogen die volgden uit de etnische conflicten.

Verkiezingen 2010

2010 was een verkiezingsjaar in Burundi. Normaal gezien hadden de verkiezingen vrijdag 21 mei moeten starten, maar volgens de nationale kiescommissie waren er te veel logistieke problemen. Volgens hen hadden één op vier tot één op drie geldige stemmers nog geen geldige kieskaart. De Burundezen zullen maar liefst vijf keer naar de stembus trekken. De gemeenteraadsverkiezingen die dan 24 mei werden gehouden waren de eerste van een lange, maar belangrijke rij. Later volgden de presidentsverkiezingen (28 juni), de parlementsverkiezingen (23 en 28 juli), en uiteindelijk kiezen de Burundezen de lokale vertegenwoordigers in de heuvels (7 september). Alle verkiezingen zijn van cruciaal belang om de prille democratie in het land te waarborgen.

Voor de verkiezingen ligt de regeringspartij CNDD-FDD sterk onder vuur, vooral in de hoofdstad Bujumbura. Dit door de brutale intimidaties van de ordediensten, vele corruptieschandalen en de moord op de vicevoorzitter van OLUCOME (een lokale ngo die corruptie onderzoekt). Door al deze gebeurtenissen wanen de oppositiepartijen zich een kans bij de verkiezingen om de CNDD-FDD te verslaan.

Gemeenteraadsverkiezingen

nkurunziza%20bij%20het%20volk.bmp

Op maandag 24 mei staan de kiezer in lange rijen aan te schuiven aan de stembureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen. De uitslag is (vooral voor de oppositiepartijen) verrassend. De CNDD-FDD behaalt toch een grote overwinning, het krijgt met dan 64% van de stemmen.
De oppositiepartijen spreken onmiddellijk van fraude op grote schaal en eisen de ontbinding van de nationale kiescommissie. Hierna trekken alle oppositiepartijen zich zelf terug uit het gehele kiesproces en willen dus niet meer mee doen bij de volgende verkiezingen. “ Als we niet meer kunnen winnen, dan spelen we niet meer mee” dachten de oppositiepartijen na de gemeenteraadsverkiezingen.
De kiescommissie vroeg naar harde bewijzen van de oppositie om die fraude aan te tonen, maar die kwamen er nooit. Ook onafhankelijke waarnemers hadden in hun rapporten en verklaringen wel gesproken van de onregelmatigheden die zich hadden geconstateerd, maar van massale fraude was er volgens hen geen spraken.
Toch is de overwinning van de CNDD-FDD bij deze gemeenteraadsverkiezingen niet helemaal zo verrassend. Nkurunziza (kopstuk van de CNDD-FDD en uittredend president) doorkruiste zelf 5 jaar het platteland. Hij sliep in parochies, werkte mee aan de opbouw van scholen en gezondheidscentra, discussieerde met de boeren (foto). Dit was helemaal anders dan de politieke leiders van andere partijen die helemaal niet dicht bij de plattelandsbevolking stonden. Op het platteland werden de doelstellingen en de verwezenlijkingen zoals gratis onderwijs en gratis kraamzorg dus sterk geapprecieerd.

presidentsverkiezingen

Na de gemeenteraadsverkiezingen volgden op 28 juni de presidentsverkiezingen. Pierre Nkurunziza werd zoals verwacht herkozen tot president. Hij haalde 91,6 procent van de stemmen. De opkomst bedroeg 77 procent. De uittredende president die sinds vijf jaar aan de macht is, was de enige resterende kandidaat nadat zes kandidaten van de oppositie zich hadden teruggetrokken. Ze wilden hier dus mee protesteren tegen de grote overwinning van de regerende partij (CNDD-FDD) tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 24 mei, omdat volgens de oppositiepartijen op grote schaal fraude werd gepleegd.

Parlementsverkiezingen

Later volgden de parlementsverkiezingen waar ook hier de CNDD-FDD won. De CNDD-FDD behaalde 81,2 procent van de stemmen. Ook hier boycottende de grootste oppositiepartijen de stembusslag door niet meer mee te doen. De CNDD-FDD van de huidige president Pierre Nkurunziza haalt 86 van de 106 zetels binnen, een ruime overwinning. Opnieuw deed oppositie grotendeels niet mee. De enige andere belangrijke partij die deelnam aan de verkiezingen (naast vier kleintjes) was Uprona. De vroegere eenheidspartij en decennialang de partij waarmee de Tutsi-eilite hun greep op de macht van het land hield. De opkomst was door het geboycot en stuk lager dan bij de gemeenteraadsverkiezingen. Volgens de grondwet in Burundi moet het parlement een etnisch evenwicht van 60 procent Hutu's en 40 procent Tutsi's hebben, met minstens 30 procent vrouwen. 34 van de 106 nieuwe parlementsleden zijn vrouwen, en ook de evenwichten voor Hutu's en Tutsi's in het nieuwe parlement zijn in orden volgens de grondwet door de aanwezigheid van Uprona. Dat de oppositie zich terugtrok uit de parlementsverkiezingen was niet onmiddellijk indrukwekkend en het getuigde van weinig respect voor de rol van parlementaire oppositie, wat nochtans een sleutelgegeven is in een democratie. Het parlement is toch het wetgevend kader en de instelling die erover moet waken dat de regering zich correct gedraagt.

Besluit

De verkiezingen liepen helemaal niet als verwacht, we kunnen bijna spreken van een machtsmonopolie door de CNDD-FDD. Men vreest openlijk voor het uitbreken van een schijndemocratie. Veel gaat afhangen van de manier waarop het CNDD-FDD en Pierre Nkurunziza hun macht gaat uitoefenen. Nkurunziza stelt zichzelf de volgende doelstellingen: ten eerste het bevorderen van de vrede door een waarheids- en verzoeningscommissie die misdaden uit het oorlogsverleden moet behandelen en ten tweede de strijd tegen corruptie aan gaan. Nkurunziza wil ook het dialoog opnemen met de oppositie. Geruchten doen de ronde dat bepaalde groepen uit onvrede met de kiesresultaten opnieuw de wapens willen opnemen. En dat is nu wel juist iets wat Burundi totaal niet zal helpen en waarbij opnieuw de armste bevolking het grootste slachtoffer zal zijn.

De verkiezingen hadden de sleutel kunnen zijn op het democratiseringsproces, maar nu word het (bang) afwachten hoe de uitslag van de verkiezingen zal uitdraaien…

Presidenten van Burundi sinds republiek Burundi (1966)

President Ambtstermijn Partij
Michel Micombero 1966-1976 UPRONA
Jean Baptiste Bagaza 1976-1987 UPRONA
Pierre Buyoya 1987-1993 UPRONA
Melchior Ndadaye juli-oktober 1993 FRODEBU
Cyprien Ntaryamira febr.-april 1994 FRODEBU
Sylvestre Ntibantunganya 1994-1996 FRODEBU
Pierre Buyoya 1996-2003 UPRONA
Domitien Ndayizeye 2003 – 2005 FRODEBU
Pierre Nkurunziza vanaf 26 augustus 2005 CNDD-FDD